Betekenis van:
dodo
dodo
Zelfstandig naamwoord
- ''Raphus cucullatus'' een uitgestorven loopvogel van Mauritius
"De dodo werd ook wel walgvogel or dront genoemd."
dodo
Zelfstandig naamwoord
- domoor
Synoniemen
- sufferd
- appelflap
- augurk
- dombo
- domoor
- onbenul
- drol
- droplul
- druiloor
- eendvogel
- ei
- eikel
- ezel
- ezelskop
- ezelsveulen
- flapdrol
- hals
- ignorant
- jojo
- kalf
- kalfskop
- kloris
- kuiken
- kwezel
- leeghoofd
- minkukel
- nitwit
- oelewapper
- oen
- oetlul
- schaapskop
- slaapkop
- stomkop
- stommeling
- stommerd
- stommerik
- sufkont
- sufkop
- uil
- uilebal
- waterhoofd
- weetniet
- eend
- uilenbal
- gehaktbal
- hansworst
- oliebol
- rund
- uilskuiken
- koe
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Repsol CPP verbindt er zich voorts toe geen onafhankelijke „DODO”-stations te kopen waaraan zij niet levert.
- De Commissie was in haar voorlopige beoordeling de mening toegedaan dat de clausules inzake het concurrentieverbod in de door Repsol CPP aangemelde overeenkomsten, en in het bijzonder de overeenkomsten van het type DODO [2], huur en vruchtgebruik, twijfels oproepen in de zin van artikel 81 van het EG-Verdrag voorzover zij een aanzienlijk afschermingseffect kunnen hebben op de Spaanse kleinhandelsmarkt voor brandstof.