Betekenis van:
dood

dood
Zelfstandig naamwoord
  • het intreden van deze toestand
"Zijn dood was een marteling"
"een prettige dood sterven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

dood
Zelfstandig naamwoord
  • de toestand na het leven
"Vele mensen vrezen de dood."
dood
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet meer werkend of in gebruik
"dood tij"
"een dode hoek"
dood
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet meer levend
"Onze dode kat werd waardig begraven."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Dood?
  2. De papegaai is dood.
  3. De hond is dood.
  4. Ze is dood.
  5. Dood het met vuur!
  6. De hond was dood.
  7. De spin is dood.
  8. Hij stierf een natuurlijke dood.
  9. Hij werd ter dood veroordeeld.
  10. Niemand kan de dood vermijden.
  11. Zijn beide ouders zijn dood.
  12. Niemand kan de dood vermijden.
  13. Uw dood is mijn leven.
  14. Mijn beide ouders zijn dood.
  15. Mijn beide ouders zijn dood.