Betekenis van:
doorspoelen

doorspoelen
Werkwoord
  • reinigend spoelen
"de wc doorspoelen"

Hyperoniemen

doorspoelen
Werkwoord
  • magneetband doordraaien
"een cassettebandje doorspoelen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

doorspoelen
Werkwoord
  • een vloeistof door iets heen laten stromen, gewoonlijk ter zuivering
"Ik zal wel even flink doorspoelen."
doorspoelen
Werkwoord
  • doorgaan met spoelen
"Spoel nog maar een tijdje door!"
doorspoelen
Werkwoord
  • een band versneld van de ene spoel op de andere rollen
"Ik heb dat stuk van de opname doorgespoeld, want daar is niet naar te luisteren."

Voorbeeldzinnen

  1. producten die automatisch bij het doorspoelen van het toilet worden gebruikt, zoals „zelfdoserende” producten, waaronder toiletblokken;
  2. Het leegmaken en doorspoelen van het systeem wordt tweemaal herhaald om de resterende zuurstof te verwijderen.