Betekenis van:
doven

doven
Werkwoord
  • een vlam uit doen gaan
"De brandweer wist het vuur snel te doven."
dove (de ~ | meervoud doven)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die niet kan horen
"dat is aan geen dove gezegd"
"voor doven preken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. het CO2-purgeersysteem, om te voorkomen dat een te hoge CO2-concentratie de fakkelvlam doet doven.
  2. De passagiers moeten ook worden geïnstrueerd om alle rookwaren te doven wanneer zuurstof wordt gebruikt; en
  3. Kennis hebben van het gebruik van SF6 in elektrische installaties (isolatie, het doven van de lichtboog).
  4. Het lichtsignaal moet binnen één seconde na het inschakelen functioneren en vervolgens binnen anderhalve seconde voor het eerst doven.
  5. Het lichtsignaal moet binnen een seconde na het inschakelen functioneren en binnen anderhalve seconde voor het eerst doven.
  6. Indien zich aan de voorkant van de trekker mistlichten bevinden moet het doven van het mistlicht achter mogelijk zijn onafhankelijk van de mistlichten voor.
  7. De ontgrendeling van een van beide vergrendelinrichtingen moet het groene optische signaal doen doven en het rode optische signaal (indien gemonteerd) doen oplichten.
  8. Dit voorschrift geldt echter niet voor groot- of dimlicht wanneer lichtsignalen worden gegeven door het met korte tussenpozen ontsteken en doven van het dimlicht of van het grootlicht of door het met korte tussenpozen afwisselend ontsteken van groot- en dimlicht.
  9. Wanneer het voertuig is uitgerust met vier camoufleerbare koplichten, is de installatie van twee extra koplichten uitsluitend toegestaan voor het geven van signalen door het met korte tussenpozen ontsteken en doven van de lichten (zie punt 5.12) bij daglicht.
  10. Zal hij het product kalm neerzetten en een preventieve actie ondernemen, zoals het doven van het vuur dat door het product is ontstaan, of zal hij het in paniek van zich af gooien?
  11. Deze voorwaarde geldt echter niet voor groot of dimlicht wanneer lichtsignalen worden gegeven door het met korte tussenpozen ontsteken en doven van het dimlicht of van een groot licht of door het met korte tussenpozen afwisselend ontsteken van groot en dimlicht.
  12. het systeem bij een defect automatisch in dimlichtstand gaat of in een zodanige stand dat de fotometrische waarden niet meer bedragen dan 1,5 lux in zone IIIb, zoals gedefinieerd in bijlage 3, en niet minder dan 4 lux in een punt van het „segment Emax”, door bijvoorbeeld de lichtbundel te doven, te dimmen of lager te richten en/of op een andere functie over te schakelen;