Betekenis van:
drankje
drankje (het ~ | meervoud drankjes)
Zelfstandig naamwoord
- geneesmiddel dat gedronken moet worden
"een drankje voor/tegen [de keel/keelpijn]"
"een drankje voorschrijven"
Hyperoniemen
drankje (het ~ | meervoud drankjes)
Zelfstandig naamwoord
- glaasje drank
"een hapje en een drankje"
"onder het genot van een drankje"
Hyperoniemen
Hyponiemen
drankje
Zelfstandig naamwoord
- glaasje drank
drankje
Zelfstandig naamwoord
- vloeibaar medicament
Voorbeeldzinnen
- Wat dacht je van een drankje?
- Ik heb zin in een drankje.
- Het gezondste drankje is water.
- Doodshoofdaapjes kunnen worden afgericht om de mens te benaderen in ruil voor een lekker hapje of drankje als beloning.