Betekenis van:
dreun
dreun (de ~ | meervoud dreunen)
Zelfstandig naamwoord
- eentonig ritme
"iets op een dreun opzeggen"
"een doffe dreun"
Hyperoniemen
dreun
Zelfstandig naamwoord
- een luid laag geluid
"Er klonk een dreun toen het gevaarte omviel."
dreun
Zelfstandig naamwoord
- een harde klap
"Hij verkocht hem een harde dreun."
dreun
Zelfstandig naamwoord
- harde klap; harde klap; harde klap; harde klap; harde klap; klap; opdonder; harde klap of stoot; harde klap of trap; flinke klap; hard schot; harde klap
Synoniemen
- oplawaai
- aai
- baffer
- beuk
- doodklap
- hijs
- kleun
- lel
- opdoffer
- opdonder
- oplazer
- opsodemieter
- opstopper
- optater
- peut
- peuter
- watjekouw
- ram
- poeier
- hengst
- loeier
- opduvel