Betekenis van:
dribbelen

dribbelen
Werkwoord
  • met kleine pasjes lopen
"een hondje dribbelt"
"dribbelen naar"

Hyperoniemen

dribbelen
Werkwoord
  • met kleine passen lopen
"Hij dribbelde door de straat want hij was gestrest."
dribbelen
Werkwoord
  • met de bal aan de voet over het veld heen lopen of rennen
"Hij dribbelde langs alle verdedigers om te kunnen scoren."