Betekenis van:
dringend

dringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • met aandrang
"iemand dringend verzoeken om"
"een dringend(e) beroep/oproep/verzoek/vraag/advies"

Hyperoniemen

dringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • urgent; dringend; dringend; kwellend
"dringende bezigheden"
"iemand dringend moeten spreken"

Synoniemen

Hyperoniemen

dringend
Bijvoeglijk naamwoord
  • geen uitstel duldend

Voorbeeldzinnen

  1. Het was dringend.
  2. Het is dringend!
  3. We moeten hem dringend naar het ziekenhuis brengen, hij is zwaar gewond.
  4. Deze verordening moet dringend in werking treden,
  5. Deze termijn kan worden verkort, wanneer een verzoek dringend is.
  6. Dringend een overnameovereenkomst met de Europese Unie sluiten.
  7. Deze verordening moet daarom dringend in werking treden.
  8. Ook moet dringend een gevoelige analysemethode ontwikkeld en gevalideerd worden.
  9. de aanwezigheid van passagiers die dringend medische bijstand behoeven;
  10. Dringend concrete maatregelen invoeren om getuigenbescherming te garanderen.
  11. Dringend concrete maatregelen invoeren om getuigenbescherming te garanderen.
  12. Met het oog op de rechtszekerheid moet deze richtlijn dringend in werking treden.
  13. Volgens ADV was de bouw van de nieuwe zuidbaan op de luchthaven van Leipzig dringend noodzakelijk.
  14. Aangeven van de UG-code voor het meetstation is weliswaar niet verplicht maar wordt dringend aanbevolen.
  15. Gelet op de toenemende capaciteitsproblemen is de uitbouw van nieuw hubs dringend noodzakelijk.