Betekenis van:
druipen

druipen
Werkwoord
  • in druppels vallen
"van zijn voorhoofd druipen"
"(de valsheid) druipt van haar af"

Hyperoniemen

druipen
Werkwoord
  • het vallen van druppels
"Deze hars is miljoenen jaren geleden uit de bomen gedropen en daarna versteend tot barnsteen."
druipen
Werkwoord
  • het produceren van druppels
"Ik geloof dat ik nog nooit zo hard gedropen heb van het zweet."
druipen
Werkwoord
  • het laten vallen van druppels verf als schildertechniek
"Uiterst beheerst wordt de verf over het doek gedropen."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Laat het water van het monster in de opvangbak druipen.
  2. Laat gedurende 60 seconden het water van het monster in de opvangbak druipen en meet de opgevangen hoeveelheid water.
  3. De aandacht dient te worden gevestigd op het druipen van de onderkant van het proefstuk, mechanische breuken en de vorming van brandgaten, door een suffix „x” aan de aanduiding toe te voegen om aan te geven dat één of meer van deze verschijnselen tijdens de proef werden vastgesteld.