Betekenis van:
drukken

drukken
Werkwoord
  • duwen
"drukken op (een knop)"
"iemand de hand drukken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

drukken
Werkwoord
  • letters etc. afdrukken
"een letter op papier drukken"
"drukken op"

Hyperoniemen

Hyponiemen

drukken
Werkwoord
  • minderen
"de kosten drukken"

Hyperoniemen

drukken
Werkwoord
  • kracht uitoefenen op
"Door te drukken tegen de deur zal deze opengaan."
drukken
Werkwoord
  • poepen
"De jongen moest nodig drukken."
drukken
Werkwoord
  • verkort voor afdrukken
"Wil je die folders al laten drukken?"
drukken
Werkwoord
  • ''iemand iets in de handen ~'': iemand iets geven of hij nu wil of niet
"Vandaag kreeg ik een agenda in mijn handen gedrukt."
druk (de ~ | meervoud drukken)
Zelfstandig naamwoord
  • uitgave v.e. boek; oplage; uitgave
"de [eerste/tweede] druk"
"een (geheel) herziene druk"

Synoniemen

Hyperoniemen

druk (de ~ | meervoud drukken)
Zelfstandig naamwoord
  • druk door last; duwende kracht
"druk tegen [de wand]"
"de druk is van de ketel"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Woorden drukken gedachten uit.
  2. Help mij dit te drukken.
  3. Niet op die knop drukken.
  4. Ik weet niet op welke knop ik moet drukken.
  5. Ik vind geen woorden om uit te drukken wat ik voel.
  6. Je hoeft alleen maar op het knopje te drukken om een kaartje te krijgen.
  7. Moge de aarde zachtjes op je drukken
  8. Niets staat in de weg, er is geen enkel bezwaar (om dit document te drukken)
  9. drukken;
  10. Overige drukken
  11. Overige drukken
  12. gereed voor het drukken
  13. Hulptoestellen voor het drukken
  14. Drukken van briefkaarten
  15. Drukken van decalcomanieën