Betekenis van:
duikelaar

duikelaar (de ~ | meervoud duikelaars)
Zelfstandig naamwoord
  • pop met een ronde, verzwaarde onderkant; kinderspeelgoed
"een slome duikelaar"

Synoniemen

Hyperoniemen

duikelaar
Zelfstandig naamwoord
  • een speeltuigje met een verzwaarde voet dat omvergeworpen zichzelf weer in rechte stand terugbrengt
"Z'n dochtertje zat met een duikelaartje te spelen."
duikelaar
Zelfstandig naamwoord
  • ''slome ~'' een niet al te snugger persoon
"Die slome duikelaar hoef je dat echt niet te vragen."
duikelaar
Zelfstandig naamwoord
  • ''Anhinga anhinga'', een vogel van de moerassen van de beide Amerika's, waaronder Suriname, die vaak alleen met zijn lange hals boven water zwemt
duikelaar
Zelfstandig naamwoord
  • een speler van een balspel zoals voetbal die de neiging heeft zich opzichtig te laten vallen om een vrije trap uit te lokken