Betekenis van:
duren
duren
Werkwoord
- de angegeven periode voortduren
"ik hoop dat onze relatie blijft duren"
"het zal mijn tijd wel duren"
Hyperoniemen
Hyponiemen
duren
Werkwoord
- een bepaalde tijd in beslag nemen
"De kerkdienst duurde vrij lang deze zondag."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Je weet nooit hoelang deze vergaderingen zullen duren.
- Het zal niet lang duren voordat we de waarheid weten.
- niet langer duren dan zes maanden.
- en zal waarschijnlijk duren tot en met …
- Ieder bezoek zal ongeveer vijf dagen duren.
- Elke cursus zal twee weken duren.
- De gehele procedure zou een jaar kunnen duren.
- Proeven en tests die langer dan een jaar duren.”
- Proef en tests duren meer dan een jaar.
- Deze transporten kunnen soms wel enkele weken duren.
- Een periode van uitzonderlijke marktomstandigheden kan niet langer duren dan […].
- Een periode van uitzonderlijke marktomstandigheden kan niet langer duren dan […].
- Het seizoen moet ten minste één maand duren;
- Elk bezoek zal twee tot drie dagen duren.
- Een werkbezoek mag niet langer dan één maand duren.