Betekenis van:
durf
durf
Zelfstandig naamwoord
- het vermogen om moed te tonen
"Heb jij de durf om het anders te doen."
durf (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- afwezigheid van angst voor gevaar; eigenschap zonder angst te zijn; lef; durf; het niet bang zijn
"durf om naar beneden te springen"
"durf voor het nemen van een stap"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Hoe durf je zoiets zeggen?
- Hoe durf je dat te zeggen.
- Durf wijs te zijn
- Hoe durf je zoiets tegen me te zeggen?
- Ik durf te zeggen dat hij gelijk heeft.