Betekenis van:
dutje
dutje (het ~ | meervoud dutjes)
Zelfstandig naamwoord
- korte of lichte slaap
"een dutje doen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.
- Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.
- Italianen doen altijd een dutje gedurende een uur na de lunch.