Betekenis van:
dwingen
dwingen
Werkwoord
- noodzaken; gemaakt
"hij dwong me alles op te eten"
"de vijand tot overgave dwingen"
Synoniemen
Hyperoniemen
dwingen
Werkwoord
- iemand tegen zijn wil iets opleggen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.
- Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.
- Ik zal je nooit dwingen om met hem te trouwen.
- Je kan me niet dwingen iets te doen wat ik niet wil.
- De bevoegde autoriteit kan de levensmiddelenbedrijven niet dwingen het systeem toe te passen.
- gegevens over de stappen die die lidstaat heeft ondernomen om naleving af te dwingen;
- BAWAG-PSK moest haar eigenaren tevoren tot betaling gelasten en dwingen hun vermogenssituatie bekend te maken.
- Daarom zou de aangemelde maatregel de autofabrikanten niet dwingen tot (ingrijpende) wijzigingen van hun productieproces.
- onvoldoende instrumenten en/of middelen om de naleving van de vereisten af te dwingen;
- Derhalve zou een minderheid van ontevreden crediteuren in de praktijk niet in staat zijn de liquidatie af te dwingen.
- Het is van belang de arbeidsmarkt meer integratiegericht te maken en hervormingen door te voeren om de mensen te dwingen actief werk te zoeken.
- Bovendien is het duidelijk dat Fogasa niet heeft overwogen betaling van de schuldvordering af te dwingen door de haar verleende hypotheek op te eisen.
- Doorgegeven zekerheden mogen enkel op nettobasis in aanmerking worden genomen indien de beheermaatschappij in staat is verrekeningsovereenkomsten met deze tegenpartij juridisch af te dwingen namens de icbe.
- De Stad heeft duidelijk geen vordering tegen PAKHUIZEN ingesteld om nakoming van het contract af te dwingen, hoewel zij daartoe wel het recht had.
- OVERWEGENDE dat de Commissie de bevoegdheid heeft om de naleving van de communautaire wetgeving inzake veiligheid van de luchtvaart af te dwingen;