Betekenis van:
een
een
Lidwoord
- een onbepaald lidwoord dat wordt gebruikt voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud.
"Is dat een merel of een kauwtje?"
een
Lidwoord
- ook voor meervouden in uitroepende zinnen die verbazing over een aantal uitdrukken
"En een mensen dat er kwamen kijken!"
een
Bijvoeglijk naamwoord
- in vergelijking tussen twee zaken
"Het één is goed, het ander ook niet slecht."
een
Zelfstandig naamwoord
- het getal 1
een
Telwoord
- Zie één
een
Telwoord
- de inhoud van de kleinste niet-lege verzameling, het kleinste getal van de verzameling ; komt na nul en vóór twee
Voorbeeldzinnen
- Een ogenblikje...
- Een ogenblikje.
- Een dolfijn is een zoogdier.
- Red een mens. Eet een kannibaal op.
- We hebben een hond en een kat.
- Een majoor staat boven een kapitein.
- Een goede daad verlicht een donkere wereld.
- Hij was een dichter en een diplomaat.
- Een baby heeft een gevoelige huid.
- Een kat slaapt op een stoel.
- Waar een wil is, is een weg.
- Een regenboog is een natuurlijk fenomeen.
- Een hond rende achter een kat aan.
- Een androïde is een soort robot.
- Is dit een koe of een buffel?