Betekenis van:
eentonig

eentonig
Bijvoeglijk naamwoord
  • saai doordat het telkens hetzelfde is
"Jan deed eentonig werk waarbij hij telkens bakken van de lopende band moest afhalen."
eentonig
Bijvoeglijk naamwoord
  • eentonig; met maar één toon
"een eentonig signaal"
"een eentonige claxon"

Synoniemen

Hyperoniemen

eentonig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet interessant; heel saai; weinig afwisselend; saai; saai; oninteressant; vervelend; om je bij te vervelen
"een eentonig deuntje"
"eentonig werk"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. eentonig werk verrichten