Betekenis van:
eenzaam
eenzaam
Bijvoeglijk naamwoord
- gebrek aan gezelschap ondervindend
"De eenzame weduwnaar raakte aan de drank."
eenzaam
Bijvoeglijk naamwoord
- verlaten; afgelegen of verlaten
"een eenzame weg"
"eenzaam wonen"
Synoniemen
Hyperoniemen
eenzaam
Bijvoeglijk naamwoord
- afgezonderd; eenzaam; alleen; eenzaam
"zich eenzaam voelen"
"eenzame opsluiting"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Ik ben eenzaam zonder jou.
- Tom voelde zich erg eenzaam.
- Ze zag er eenzaam uit.
- Hij biedt emotionele steun aan bellers die zich eenzaam voelen, in een psychologische crisis verkeren of zelfmoord overwegen.