Betekenis van:
effectenhandel
effectenhandel (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- handel in effecten
"een levendige effectenhandel"
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- samenwerking tussen BAWAG-PSK en Refco op diverse gebieden van het dagelijkse bankbedrijf en de effectenhandel;
- Het resultaat zal in het voornamelijk door de effectenhandel aangedreven retail banking verder zeer bescheiden uitvallen.
- BGB is voornamelijk actief in de segmenten „particuliere klanten” en „zakelijke klanten” (retail banking), „vastgoedfinanciering” (voor de zakelijke markt), „vastgoeddienstverlening” (fonds- en projectactiviteiten) en „kapitaalmarkt” (valuta- en effectenhandel).
- RO De maatschappij voor effectenhandel (effectenmakelarij) moet een Roemeense rechtspersoon zijn die overeenkomstig de Roemeense wetgeving in de vorm van een naamloze vennootschap is opgericht en als exclusief bedrijfsdoel de bemiddeling in effecten heeft.
- ten minste elf volwaardige leden die de belangrijkste commerciële banken vertegenwoordigen die actief zijn in de effectenhandel in valuta’s die in aanmerking komen voor afwikkeling in T2S, ongeacht hun plaats van oprichting;
- Zoals zij in het besluit tot inleiding van de procedure heeft uiteengezet, ging men er bij de fusiecontrole tot dusver weliswaar over het algemeen van uit dat de markten in de financiële sector qua omvang - met uitzondering van de valuta- en effectenhandel - nationaal zijn, maar daarbij werd beslist de mogelijkheid opengehouden voor een regionale benadering in het segment „retail banking”.
- Naast de activiteiten van „retail banking” en vastgoedfinanciering en ‐dienstverlening zijn BGB respectievelijk haar dochterondernemingen ook actief op de kapitaalmarkt (valuta- en effectenhandel) en in de te liquideren respectievelijk sterk terug te brengen segmenten „grote klanten/buitenland” (bijv. project- en exportfinanciering) en „overheid” (kredietverlening).
- De vergunning mag niet worden verleend als de openbare effectenhandel in strijd is met de belangen van de beleggers, niet strookt met het financieel beleid van de regering of niet in overeenstemming is met de eisen van de financiële markt [1].
- De vergunning mag niet worden verleend als de openbare effectenhandel in strijd is met de belangen van de beleggers, niet strookt met het financieel beleid van de regering of niet in overeenstemming is met de eisen van de financiële markt [1].
- de effectenhandel telkens voor maximaal tien dagen op te schorten, of de betrokken gereglementeerde markt te verzoeken dit te doen, wanneer zij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de uitgevende instelling inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn of op de uit hoofde van deze richtlijn vastgestelde nationale wetgeving heeft gemaakt;
- financiële instellingen (zoals genoemd in sectie 1-4 van de Wet op de financiële instellingen of sectie 7-1, cf. sectie 1-2, eerste alinea, van de Wet op de effectenhandel) wanneer de instelling bijkantoren heeft, betrokken is bij grensoverschrijdende activiteiten of filialen heeft opgericht die zich in andere landen binnen het EER-grondgebied met dezelfde activiteiten bezighouden;
- Anderzijds moet de betekenis van BGB op de nationale, maar door toenemende globalisering en Europeïsering gekenmerkte markten van de valuta- en effectenhandel vanuit het oogpunt van de mededinging als niet substantieel worden aangemerkt, wat wil zeggen dat BGB op deze markten een nog kleinere rol speelt dan op de nationale markten van de vastgoedfinanciering.
- Alle aanvankelijk voorgestelde tegenprestaties respectievelijk compenserende maatregelen, zoals verkoop van belangrijke participaties, inkrimping van de valuta- en effectenhandel, het segment „debt finance”, de vastgoedactiviteiten, het aantal vestigingen, het personeel en het segment „overheid” en sluiting van vestigingen en stopzetting van de activiteiten op het gebied van buitenlandse en grote klanten, zouden moeten leiden tot een daling van het balanstotaal van BGB met 26 % (van 190 miljard EUR naar 140 miljard EUR).
- Om die reden wordt aan dergelijke filialen toestemming verleend om op het grondgebied van een lidstaat diensten aan te bieden onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op de binnenlandse financiële instellingen van die lidstaat en kunnen zij worden verplicht te voldoen aan bepaalde specifieke prudentiële voorschriften zoals, in het geval van het bankwezen en de effectenhandel, afzonderlijke kapitalisatie- en solvabiliteitsvereisten en vereisten inzake verslaglegging en openbaarmaking van de jaarrekening of, voor het verzekeringswezen, specifieke garantie- en beleggingsvereisten, afzonderlijke kapitalisatie, en lokalisatie in de betrokken lidstaat van de activa die de technische reserves en minstens een derde van de solvabiliteitsmarge vertegenwoordigen.