Betekenis van:
effectiviteit
effectiviteit
Zelfstandig naamwoord
- het effectief zijn, de mate waarin de doelen worden behaald
"Balbezit was er genoeg, maar de effectiviteit was minimaal."
effectiviteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- doelmatigheid
"de effectiviteit van [dit beleid]"
"persoonlijke effectiviteit"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- de effectiviteit van verkeersvermijdingsacties;
- Een entiteit toetst de effectiviteit periodiek.
- Over het algemeen zal de effectiviteit van de afdekkingstransactie verbeteren:
- de frequentie waarmee de entiteit de effectiviteit zal toetsen […];
- aanbevelingen te doen met het oog op verbetering van de effectiviteit en de beveiliging van SafeSeaNet,
- aanbevelingen te doen met het oog op verbetering van de effectiviteit en de beveiliging van SafeSeaNet;
- Meer inspanningen zijn nodig om de doeltreffendheid en effectiviteit van de overheidsdiensten te verbeteren.
- Hoe beter TSP in water oplosbaar is, hoe beter de agronomische effectiviteit.
- De grote inconsistenties in het herstructureringsplan roepen aanzienlijke twijfels op omtrent de levensvatbaarheid en effectiviteit.
- vóór 1 april 2011 een tussentijds evaluatieverslag over de relevantie, effectiviteit en efficiency van het programma;
- zorgen voor maximale effectiviteit en zichtbaarheid van de bijdrage van de EU aan AMIS.
- toezicht houden op de effectiviteit van het bedrijfscontinuïteitsplan en op geregelde beveiligingsoefeningen;
- de deugdelijkheid en effectiviteit van de door de beleggingsonderneming vastgestelde gedragsregels en procedures voor het risicobeheer;
- indien gemonteerd, aantasting van de effectiviteit en integriteit van de deeltjesvanger;
- De werkelijke effectiviteit van de afdekking valt binnen een bereik van 80-125 procent.