Betekenis van:
efficiënt

efficiënt
Bijvoeglijk naamwoord
  • groot, nuttig effect hebbend
"een efficiënte secretaresse"
"efficiënt werken"

Synoniemen

Hyperoniemen

efficiënt
Bijvoeglijk naamwoord
  • nuttig effect hebbend
"We zijn erg blij met die efficiënte wijziging."

Voorbeeldzinnen

  1. Efficiënt
  2. A (efficiënt)
  3. het programma efficiënt uitvoeren;
  4. A+++ (meest efficiënt)
  5. de programma's efficiënt uitvoeren;
  6. Advies inzake efficiënt energiegebruik
  7. de programma's efficiënt uitvoert;
  8. Het vaccinatieprogramma wordt efficiënt uitgevoerd.
  9. Planning beter en betrouwbaarder, efficiënt padgebruik.
  10. Het preventieve-vaccinatieplan wordt efficiënt uitgevoerd.
  11. Nederland zorgt ervoor dat het preventieve-vaccinatieplan efficiënt wordt uitgevoerd.
  12. wordt aangegeven onder welke omstandigheden het model niet efficiënt werkt.
  13. Агенция по енергийна ефективност (Bureau voor efficiënt energiegebruik)
  14. Het blusmiddel moet ook onder de vloerplaten efficiënt zijn.”;
  15. De volgende praktijken zijn echter over het algemeen efficiënt gebleken: