Betekenis van:
efficiënt
efficiënt
Bijvoeglijk naamwoord
- groot, nuttig effect hebbend
"een efficiënte secretaresse"
"efficiënt werken"
Synoniemen
Hyperoniemen
efficiënt
Bijvoeglijk naamwoord
- nuttig effect hebbend
"We zijn erg blij met die efficiënte wijziging."
Voorbeeldzinnen
- Efficiënt
- A (efficiënt)
- het programma efficiënt uitvoeren;
- A+++ (meest efficiënt)
- de programma's efficiënt uitvoeren;
- Advies inzake efficiënt energiegebruik
- de programma's efficiënt uitvoert;
- Het vaccinatieprogramma wordt efficiënt uitgevoerd.
- Planning beter en betrouwbaarder, efficiënt padgebruik.
- Het preventieve-vaccinatieplan wordt efficiënt uitgevoerd.
- Nederland zorgt ervoor dat het preventieve-vaccinatieplan efficiënt wordt uitgevoerd.
- wordt aangegeven onder welke omstandigheden het model niet efficiënt werkt.
- Агенция по енергийна ефективност (Bureau voor efficiënt energiegebruik)
- Het blusmiddel moet ook onder de vloerplaten efficiënt zijn.”;
- De volgende praktijken zijn echter over het algemeen efficiënt gebleken: