Betekenis van:
eind
eind
Zelfstandig naamwoord
- een afstand van beperkte lengte
"Hij liep een eind en keerde dan weer terug."
eind
Zelfstandig naamwoord
- daar waar iets ophoudt, het uiterste deel van iets
"Het eind van de film was erg voorspelbaar."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Eind goed, al goed.
- Eind goed, al goed.
- Dit is het eind van mijn verhaal.
- Hier komt nooit een eind aan.
- Mijn rijbewijs verloopt eind deze maand.
- Dat wordt aan het eind enigszins uitgelegd.
- De hoofdpersoon stierf aan het eind van het boek.
- Het is het eind van de wereld zoals we die kennen.
- Mijn geld schijnt aan het eind van de maand te verdwijnen.
- Aan het eind van het pad stond een brievenbus. Op een dag lag er een spannende brief in en die was voor mij.
- De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog.
- Vanaf het ei (tot de appels)", "Van het begin (tot het eind)
- T eind
- Posities per eind juni/eind december
- Posities per eind juni/eind december