Betekenis van:
einde
einde (het ~ | meervoud einden, eindes)
Zelfstandig naamwoord
- wijze waarop iets afloopt
"het einde van de tunnel is in zicht"
"(op die manier) aan je einde komen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
einde
Zelfstandig naamwoord
- het punt in ruimte of tijd waar iets ophoudt
"Aan het einde van de straat wacht er iemand op me."
einde (het ~ | meervoud einden, eindes)
Zelfstandig naamwoord
- punt waar iets eindigt
"het einde van het liedje"
"iets tot een goed einde brengen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Dit is het einde.
- Het honkballeven was toen ten einde.
- Dit was het einde van de les.
- Ik zal je volgen tot het einde van de wereld.
- Dat is nog het einde van de wereld niet.
- Ga rechtdoor, tot het einde van de straat.
- Het verhaal is ten einde
- Vat je punten kort samen aan het einde van de speech.
- Het is zijn verhaal zonder einde waaraan ik mij dood verveelde.
- Dit was het einde van het gesprek
- Wees vrolijk! Plaats een uitroepingsteken op het einde van al je zinnen!
- De internationale taal Esperanto verscheen in het openbaar aan het einde van 1887.
- Tegen het einde van de excursie hadden we al erg veel dorst.
- Voor velen was verworven rijkdom niet het einde van hun ellende, maar heeft het veranderd
- Wat je ook doet, doe het verstandig en denk na over het einde