Betekenis van:
elastiek
elastiek (het ~ | meervoud elastieken)
Zelfstandig naamwoord
- bandje van gummi; ringvormig stukje elastiek
"bungee jumpers vertrouwen op het elastiek om hun enkels"
"het elastiek in mijn broek is geknapt"
Synoniemen
Hyperoniemen
elastiek (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- rekbare substantie
"zij is van elastiek"
"zijn geweten is van elastiek"
Synoniemen
Hyperoniemen
elastiek
Zelfstandig naamwoord
- een rekbaar soort rubber
"Die stof is gemaakt van elastiek."
elastiek
Zelfstandig naamwoord
- een geweven band met een elastieken schering
"Haal die elastieken eens uit die doos."
Voorbeeldzinnen
- Elastiek.
- Het kledingstuk is voorzien van elastiek in de taille en de broekspijpen zijn aan de onderzijde gezoomd.
- Indien bij de test een plastic folie wordt gebruikt, moet deze worden gebruikt zoals hieronder beschreven: De folie wordt over het open uiteinde van het vat gelegd en op zijn plaats gehouden met een elastiek.