Betekenis van:
elektriciteit
elektriciteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- vorm van energie
"dynamische elektriciteit"
"elektriciteit opwekken"
Hyperoniemen
Hyponiemen
elektriciteit
Zelfstandig naamwoord
- de elektrische stroom als energiedrager
"Apparaten die elektriciteit nodig hebben kan je op het stopcontact aansluiten."
elektriciteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- aansluiting op elektriciteitsnet; aansluiting
"half Arnhem zat een uur zonder elektriciteit"
"een huis zonder gas en elektriciteit"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
elektriciteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- het verbruik van elektrische energie
"elektriciteit besparen"
"we betalen een vermogen aan gas en elektriciteit"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
elektriciteit
Zelfstandig naamwoord
- de verzameling verschijnselen die met elektrische lading van doen hebben
Voorbeeldzinnen
- Deze machine produceert elektriciteit.
- De elektriciteit is uitgevallen.
- Deze airconditioner verbruikt veel elektriciteit.
- Heel de stad zit zonder elektriciteit.
- Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.
- Kan je je voorstellen hoe ons leven eruit zou zien zonder elektriciteit?
- ELEKTRICITEIT
- Elektriciteit
- elektriciteit;
- Elektriciteit: GWh
- Hernieuwbare elektriciteit
- elektriciteit; of
- Geproduceerde elektriciteit
- WKK-elektriciteit
- Thermische elektriciteit