Betekenis van:
elektrisch
elektrisch
Bijvoeglijk naamwoord
- door elektriciteit bewogen, voortgebracht of veroorzaakt, werkend op elektriciteit
"een elektrisch oog"
"de elektrische stoel"
elektrisch
Bijvoeglijk naamwoord
- mbt. elektriciteit
"elektrisch bediend"
"elektrisch geladen/neutraal"
elektrisch
Bijvoeglijk naamwoord
- door middel van elektriciteit
"Ik leef me uit op mijn elektrische gitaar."
Voorbeeldzinnen
- Dit uurwerk is elektrisch.
- Elektrisch gereedschap
- Elektrisch aangedreven
- Uitsluitend elektrisch
- elektrisch werkend
- Wandklokken, elektrisch
- ELEKTRISCH CHASSIS
- Elektrisch geleidingsvermogen
- Elektrisch verwarmd
- elektrisch starten.
- Elektrisch verwarmde dekens
- (tractie- en elektrisch materieel)
- brandstofkeuzeschakelaar en elektrisch systeem,
- Hydro-elektrisch aangedreven
- Mechanisch en elektrisch