Betekenis van:
ernstig
ernstig
Bijvoeglijk naamwoord
- zonder grappen en serieus
"Op een ernstige toon sprak de meester zijn leerlingen toe}}."
ernstig
Bijvoeglijk naamwoord
- gemeend; serieus
"zich ernstig(e) zorgen maken"
"iets (niet (al te)) ernstig nemen/opvatten"
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Je bent ernstig ziek.
- Het is niets ernstig.
- Tom was ernstig in elkaar geslagen.
- Men zegt dat hij ernstig ziek is.
- Tom heeft een ernstig ongeluk gehad.
- In de zeven jaar die hij in Japan doorgebracht heeft, heeft hij ernstig Japans gestudeerd.
- Ernstig
- Ernstig
- Ernstig
- Ernstig ziek
- Kaak (ernstig)
- Ernstig letsel.
- Ernstig letsel.
- Ernstig risico
- Ernstig aangetast