Betekenis van:
ervaring

ervaring (de ~ | meervoud ervaringen)
Zelfstandig naamwoord
  • wat men meegemaakt heeft
"slechte/goede ervaringen met iets/iemand hebben"
"een onaangename/nare/vervelende ervaring"

Hyperoniemen

ervaring (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het ervaren
"ervaring vereist"
"geen/weinig/veel ervaring hebben"

Hyperoniemen

Hyponiemen

ervaring (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • alles wat je hebt meegemaakt; dat wat men leert door belevenissen
"de ervaring leert dat ..."
"het is mijn ervaring dat ..."

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

ervaring
Zelfstandig naamwoord
  • een vorm van kennis; iets door ondervinding geleerd hebben
ervaring
Zelfstandig naamwoord
  • kennis hebben van de gebruikelijke gang van zaken
ervaring
Zelfstandig naamwoord
  • een reflectie uit observatie en betrokkenheid bij bepaalde processen of toestanden

Voorbeeldzinnen

  1. Tom heeft geen ervaring.
  2. Ervaring is de beste leermeester.
  3. Schrijf alstublieft over uw echte ervaring.
  4. Hij heeft een lange ervaring in lesgeven.
  5. We leren uit ervaring dat mensen nooit iets leren uit ervaring.
  6. Dit verhaal is gebaseerd op zijn eigen ervaring.
  7. Ervaring is de beste leermeester
  8. Achteraf gedacht", "Vanuit de ervaring
  9. Als ge over zijn werk oordeelt, denk dan ook aan zijn gebrek aan ervaring.
  10. Recente ervaring
  11. Voldoende ervaring
  12. Vereiste kwalificaties of ervaring
  13. recente praktische expertise of ervaring,
  14. Recente ervaring (zie OPS 1.970)
  15. recente praktische expertise of ervaring;