Betekenis van:
etter
etter
Zelfstandig naamwoord
- een onaangenaam persoon
"Ga toch weg, stelletje etters!"
etter
Zelfstandig naamwoord
- wittig vocht met witte bloedlichaampjes en bacteriën dat bij een ontsteking afgescheiden wordt
"Enkele dagen na de valpartij kwam er etter uit de wond."
etter (de ~ | meervoud etters)
Zelfstandig naamwoord
- vervelend persoon
"een etter van een kerel"
"hij is toch zo'n etter"
Synoniemen
- naarling
- beroerling
- ellendeling
- etterbak
- etterbuil
- fielt
- fluim
- gemenerik
- hond
- hondenlul
- kelerelijder
- kelerelijer
- klerelijer
- kloot
- kloothommel
- klootspiraal
- klootzak
- kwal
- lamgat
- lammeling
- lamstraal
- lamzak
- lazersteen
- lazerstraal
- loeder
- lul
- lulhannes
- lulletje
- miesgasser
- mispunt
- onverlaat
- paardelul
- paardenlul
- patjakker
- pleurislijder
- ploert
- plurk
- pokkenlijer
- pokkenvent
- pooier
- rasploert
- rotzak
- schoelje
- schoft
- serpent
- smeerlap
- stinker
- teringlijder
- tyfuslijer
- vuilak
- zakkenwasser
- zwijn
- zak
- hondelul
- lelijkerd
- smiecht
- pokkenlijder
- sekreet
- stinkerd
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Goede en prijzenswaardige etter
- Aanbestedende diensten die onder toepassing vallen van de Lov om petroleumsvirksomhet (LOV 1996-11-29 72) (wet inzake aardolie) en de uitvoeringsbepalingen daarvan of van de Lov om undersøkelse etter og utvinning av petroleum i grunnen under norsk landområde (LOV 1973-05-04 21)