Betekenis van:
even
even
Bijvoeglijk naamwoord
- deelbaar door twee; even
"even getallen/nummers"
"het is mij om het even"
Synoniemen
Hyperoniemen
even
Bijvoeglijk naamwoord
- deelbaar door twee
"De som van twee even getallen is weer een even getal."
even
Bijvoeglijk naamwoord
- egaal
"Je kunt alleen bouwen als de grond even is."
even
Bijvoeglijk naamwoord
- deelbaar door twee
"De som van twee even getallen is weer een even getal."
even
Bijvoeglijk naamwoord
- egaal
"Je kunt alleen bouwen als de grond even is."
even
Bijwoord
- zonder moeite , in korte tijd
"Zet de stoel even recht."
even
Bijwoord
- zonder moeite , in korte tijd
"Zet de stoel even recht."
Voorbeeldzinnen
- We zijn even oud.
- Hij twijfelde even.
- Laten wij even rusten.
- Denk even na.
- Om het even.
- Mag ik je woordenboek even?
- Laat ons even alleen zijn.
- Ik zal me even voorstellen.
- Zou u even kunnen wachten?
- Ze is ongeveer even oud als ik.
- Mag ik uw paspoort even zien?
- Mag ik uw krant even zien?
- Ze is even intelligent als mooi.
- Al de jongens zijn even oud.
- Mag ik je woordenboek even gebruiken?