Betekenis van:
extra
extra
Bijvoeglijk naamwoord
- bijkomend.
"U krijgt er nu een extra lampje bij."
extra
Bijvoeglijk naamwoord
- aanvullend; toegevoegd; ingesloten; meer dan normaal; bijkomend
"een extra nieuwsuitzending"
"een extra trui"
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- We hebben geen extra geld.
- Tom bewaart een extra paar schoenen in de achterbak van zijn auto.
- „Extra”
- extra ontvangsten;
- Extra-Regio”
- Extra quotum
- Extra-Regio”
- Extra betalingen
- extra brandstof —
- Extra steunbedragen
- Extra gegevens
- Extra suikerquota
- (extra verlichtingseenheid)
- Extra beëindigingsbepaling:
- EXTRA SUIKERQUOTA