Betekenis van:
föhn
föhn (de ~ | meervoud föhns, föhnen)
Zelfstandig naamwoord
- apparaat om haren mee te drogen
"zijn haar drogen met een föhn"
Hyperoniemen
föhn
Zelfstandig naamwoord
- een toestel dat een warme luchtstroom voortbrengt voor het drogen en opmaken van het kapsel
"Het is verbazingwekkend wat je met een föhn kunt bereiken."
föhn (de ~ | meervoud föhns, föhnen)
Zelfstandig naamwoord
- warme droge Alpenwind
"pak je ski's maar in, er wordt föhn verwacht"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Spoel de gelplaat vervolgens met gedestilleerd water (2 × 2 minuten) en droog aan de lucht (2 tot 3 uur) of met een föhn (10 tot 15 minuten).