Betekenis van:
fabriek
fabriek (de ~ | meervoud fabrieken)
Zelfstandig naamwoord
- industrieel bedrijf waarin op grote schaal stoffen of goederen worden geproduceerd
"[op/in] de fabriek [werken]"
Hyperoniemen
fabriek
Zelfstandig naamwoord
- plaats waar op industriële schaal productie bedreven wordt
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Honderden mensen werken in die fabriek.
- Ze moesten driehonderd mannen ontslaan in de fabriek.
- Dankzij de technische innovatie, is de maximale productie van de fabriek verdubbeld.
- Ons bedrijf is van plan een nieuwe chemische fabriek te bouwen in Rusland.
- Af fabriek
- Naam van de fabriek
- Fabriek/installatie (uitrusting)
- Plaats van de fabriek
- Erkende fotografische fabriek
- Registratienummer van de fabriek
- „verhuur van een fabriek”
- Erkende fotografische fabriek
- Bouwwerkzaamheden voor chemische fabriek
- Bouwwerkzaamheden voor fabriek
- Registratienummer van de fabriek