Betekenis van:
fabrieken

fabriek (de ~ | meervoud fabrieken)
Zelfstandig naamwoord
  • industrieel bedrijf waarin op grote schaal stoffen of goederen worden geproduceerd
"[op/in] de fabriek [werken]"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. fabrieken;
  2. Fabrieken van houten halffabrikaten
  3. Fabrieken van huishoudelijke elektrische apparaten
  4. Bouwen van opslagplaatsen en fabrieken
  5. apparatuur voor titriuminstallaties of -fabrieken, als hieronder:
  6. apparatuur voor titriuminstallaties of -fabrieken, als hieronder:
  7. Deze fabrieken zijn gebouwd door BNFL.
  8. Overige fabrieken van machines voor bepaalde bedrijfstakken
  9. Ethylalcohol- (fermentatieproduct) fabrieken, gistfabrieken, branderijen en distilleerderijen
  10. Fabrieken van tandwielen, lagers en andere overbrengingsmechanismen
  11. voor amusementscentra, fabrieken en andere onroerende goederen: 4 % per jaar;
  12. Antivervuilingssystemen met gesloten circuit voor fabrieken (CPC 94090**)
  13. fabrieken, kantoren of kleine winkels in de omgeving
  14. Fabrieken van elektrische apparaten en toestellen voor industriële toepassing
  15. installaties of fabrieken voor het scheiden van lithiumisotopen;