Betekenis van:
failliet

failliet
Bijvoeglijk naamwoord
  • bankroet; failliet
"failliet gaan"
"[een bedrijf] failliet verklaren"

Synoniemen

Hyperoniemen

failliet
Bijvoeglijk naamwoord
  • in staat van faillissement
"Het failliete bedrijf kon zijn schulden niet meer aflossen."
failliet (het ~ | meervoud faillieten)
Zelfstandig naamwoord
  • financiële ondergang v.e. bedrijf; faillissement; complete mislukking
"het failliet van [het regeringsbeleid/het rationalisme/de verzorgingsstaat]"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Betrokkene is failliet/insolvabel:
  2. Technisch gezien was de onderneming dus failliet.
  3. Renaissance Financial ging in september 2001 failliet.
  4. e de schuldenaar/medeschuldenaar failliet is/invordering niet mogelijk is.
  5. In 1992 werd HSY vanwege de omvang van zijn financiële verplichtingen en geaccumuleerde verliezen failliet verklaard.
  6. d de schuldenaar/medeschuldenaar failliet is en de schuldvordering bij het gerecht werd aangemeld.
  7. Sommige bedrijven die er niet in slaagden nieuwe exportmarkten te vinden, zijn failliet gegaan.
  8. Tieliikelaitos kan daardoor een concurrentievoordeel krijgen, aangezien het niet failliet kan worden verklaard.
  9. De enige producent in Kroatië, Mechel Željezara Ltd., ging om het najaar van 2004 failliet.
  10. Een andere partij is failliet gegaan en heeft de assemblage-activiteiten bijgevolg gestaakt.
  11. De regering van het Verenigd Koninkrijk zal BE nimmer failliet laten gaan.
  12. Een EPIC kan niet failliet worden verklaard en er kan geen beslag op worden gelegd.
  13. Ten slotte heeft de bevoegde rechter Ixfin op 5 juli 2006 failliet verklaard.
  14. Op 5 juli 2006 is de onderneming officieel failliet verklaard en is de faillissementsprocedure ingeleid [7].
  15. Dankzij een aan Herlitz PBS AG verstrekte reddingslening werd voorkomen dat FOP failliet ging.