Betekenis van:
favoriet
favoriet (de ~ | meervoud favorieten)
Zelfstandig naamwoord
- waarschijnlijke winnaar van een wedstrijd
"de grote/onbetwiste favoriet"
"de favoriet voor [het goud/de eindzege]"
Hyperoniemen
favoriet
Bijvoeglijk naamwoord
- als winnaar getipt
"favoriet zijn voor ['de titel'/'het goud']"
favoriet
Bijvoeglijk naamwoord
- het meest in de gunst liggend
"Zijn favoriete bezigheid is muziek maken."
favoriet
Bijvoeglijk naamwoord
- geacht de winnaar te zullen worden
"De favoriete schaatser ging onderuit en zag zijn kansen op het wereldkampioenschap daarmee in rook opgaan."
Voorbeeldzinnen
- Mijn favoriet woord in het Duits is het woord voor 'handschoen'.