Betekenis van:
figuur

figuur
Zelfstandig naamwoord
  • oorstelling van een persoon, zoals een beeldje
"De figuren in het schilderij zijn schetsmatig"

Hyperoniemen

Hyponiemen

figuur
Zelfstandig naamwoord
  • bewegingen van een dans
"De dans bevat veel figuren"

Synoniemen

Hyperoniemen

figuur (het ~ | meervoud figuren)
Zelfstandig naamwoord
  • voorstelling in wiskunde
"een geometrisch figuur"
"een meetkundige figuur"

Hyperoniemen

Hyponiemen

figuur (de/het ~ | meervoud figuren)
Zelfstandig naamwoord
  • afbeelding van iets of iemand
"levensecht getekende figuren"

Hyperoniemen

figuur (het ~ | meervoud figuren)
Zelfstandig naamwoord
  • lichaamsbouw; wijze waarop het lichaam gevormd is; gestalte/lichaamsbouw; vorm v.h. lichaam; buitenste v.e. figuur
"een strak figuur"
"zich met zijn figuur geen raad weten"

Synoniemen

Hyperoniemen

figuur
Zelfstandig naamwoord
  • rol waarin een acteur optreedt
"een complexe figuur"

Synoniemen

Hyperoniemen

figuur (de/het ~ | meervoud figuren)
Zelfstandig naamwoord
  • grafische voorstelling van het verloop van een verschijnsel
"in een figuur illustreren/weergeven"
"onderstaande/bovenstaande figuur"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

figuur
Zelfstandig naamwoord
  • tonen om een hoofdtoon of tussen twee hoofdtonen geplaatst

Hyperoniemen

Hyponiemen

figuur
Zelfstandig naamwoord
  • afbeelding (illustratie, foto of tekening) bij een verhaal
figuur
Zelfstandig naamwoord
  • gestalte
figuur
Zelfstandig naamwoord
  • lichaamsbouw, postuur

Voorbeeldzinnen

  1. Ze heeft een slank figuur.
  2. Gezien vanaf een afstand, ziet de rots eruit als een gehurkte menselijke figuur.
  3. Figuur
  4. Figuur 2
  5. Figuur 6.3.2.3
  6. Figuur 9
  7. Figuur 2.
  8. Figuur 6.5
  9. Figuur 11
  10. Figuur 6
  11. Figuur 6.17
  12. Figuur 4
  13. Figuur 6.3
  14. Figuur 6.20
  15. Figuur 18