Betekenis van:
fijn
fijn
Bijvoeglijk naamwoord
- niet grof; fragiel
"een fijne kam/schaalverdeling"
"een fijne korrel"
Synoniemen
fijn
Bijvoeglijk naamwoord
- met veel nuances en verfijningen
"iets fijn afwerken"
"een fijne neus voor iets hebben"
Synoniemen
fijn
Bijvoeglijk naamwoord
- tot in de details; precies, gedetailleerd
"een fijne pen/stift"
"(een pen/stift met) een fijne punt"
Synoniemen
Hyperoniemen
fijn
Bijvoeglijk naamwoord
- van geringe dikte
fijn
Bijvoeglijk naamwoord
- nauwkeurig en klein
fijn
Bijvoeglijk naamwoord
- leuk.
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Fijn u te ontmoeten. Ik ben een miereneter.
- fijn,
- fijn haar,
- fijn haar
- Filtreerpapier, fijn.
- Fijn wit reukloos poeder
- Fijn wit poeder
- Fijn wit vrijstromend poeder
- fijn haar, gekaard of gekamd
- Fijn wit poeder zonder korreligheid
- Wol en fijn haar, gekaard of gekamd
- Kaardgaren van wol of fijn haar, n.o.v.k.
- Stof met inbegrip van fijn stof
- Fijn kristallijn poeder, wit of gebroken wit
- kammelingen van wol of fijn dierlijk haar