Betekenis van:
fijn

fijn
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet grof; fragiel
"een fijne kam/schaalverdeling"
"een fijne korrel"

Synoniemen

fijn
Bijvoeglijk naamwoord
  • leuk; aangenaam, prettig; aangenaam, plezierig; met een positieve waardering; prettig; plezierig; prettig; heel prettig
"iets fijn vinden"
"(ik wens je) een fijne vakantie/avond/dag!"

Synoniemen

fijn
Bijvoeglijk naamwoord
  • met veel nuances en verfijningen
"iets fijn afwerken"
"een fijne neus voor iets hebben"

Synoniemen

fijn
Bijvoeglijk naamwoord
  • tot in de details; precies, gedetailleerd
"een fijne pen/stift"
"(een pen/stift met) een fijne punt"

Synoniemen

Hyperoniemen

fijn
Bijvoeglijk naamwoord
  • van geringe dikte
fijn
Bijvoeglijk naamwoord
  • nauwkeurig en klein
fijn
Bijvoeglijk naamwoord
  • leuk.

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Fijn u te ontmoeten. Ik ben een miereneter.
  2. fijn,
  3. fijn haar,
  4. fijn haar
  5. Filtreerpapier, fijn.
  6. Fijn wit reukloos poeder
  7. Fijn wit poeder
  8. Fijn wit vrijstromend poeder
  9. fijn haar, gekaard of gekamd
  10. Fijn wit poeder zonder korreligheid
  11. Wol en fijn haar, gekaard of gekamd
  12. Kaardgaren van wol of fijn haar, n.o.v.k.
  13. Stof met inbegrip van fijn stof
  14. Fijn kristallijn poeder, wit of gebroken wit
  15. kammelingen van wol of fijn dierlijk haar