Betekenis van:
firma

firma (de ~ | meervoud firma's)
Zelfstandig naamwoord
  • zaak of bedrijf
"een firma in keukenartikelen"
"de firma Van der Vliet voor fietsen en bromfietsen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

firma (de ~ | meervoud firma's)
Zelfstandig naamwoord
  • type handelsonderneming
"de Canadese firma heeft vier vestigingen in Nederland"
"een wereldwijd opererende firma"

Hyperoniemen

Hyponiemen

firma
Zelfstandig naamwoord
  • een handelsvennootschap waarbij de vennoten hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk zijn
"Kunnen wij die producten allemaal bestellen bij die firma?"
firma
Zelfstandig naamwoord
  • een zaak of bedrijf
"We hebben weer eens een nieuwe firma in de stad."
firma
Zelfstandig naamwoord
  • een handelsvennootschap waarbij de vennoten hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk zijn
"Kunnen wij die producten allemaal bestellen bij die firma?"
firma
Zelfstandig naamwoord
  • een zaak of bedrijf
"We hebben weer eens een nieuwe firma in de stad."

Voorbeeldzinnen

  1. De administratie besliste de zetel van de firma te verplaatsen naar Hawaï.
  2. Firma „ADOZ”
  3. Firma Produkcyjno – Handlowa „MAXPOL”
  4. Firma Produkcyjno Handlowa „HELENA”
  5. FIRMA KOJS, Mirosław Kojs
  6. Firma Wielobranżowa „Mexller” — Artur Nowak
  7. Firma Handlowa Marta Majcher, ul.
  8. Firma Wielobranżowa „Mexller” — Artur Nowak
  9. Naam van werkgever of firma:
  10. Firma Wielobranżowa ART-POL — Artur Nowak, ul.
  11. Inzake wetgeving betreffende vennootschap onder firma
  12. Firma Produkcyjno – Handlowa Hybro sp. z o.o. w Katowicach
  13. Dit geldt voor vennootschappen onder firma, economische samenwerkingsverbanden en maatschappen.
  14. Firma Produkcyjno-Handlowa „MAS”, Warszkowo Młyn, 84-106 Leśniewo
  15. Arrest van 22 maart 1977, zaak 78/76, Firma Steinike & Weinlig/Duitsland, Jurispr. 1977, blz. 595.