Betekenis van:
flagrant
flagrant
Bijvoeglijk naamwoord
- op schokkende wijze duidelijk
"Het drong op een flagrante manier tot hen door."
flagrant
Bijvoeglijk naamwoord
- in hoge mate duidelijk
"in flagrante tegenspraak"
"een flagrante leugen"
Synoniemen
- overduidelijk
- evident
- geheid
- geprononceerd
- manifest
- onfeilbaar
- onloochenbaar
- onmiskenbaar
- palpabel
- uitgesproken
- zonneklaar