Betekenis van:
flapoor

flapoor (het ~ | meervoud flaporen)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. met zeer grote oren
"Hé, flapoor, kijk je uit dat je niet wegwaait met die zeilen?"

Hyperoniemen

flapoor (het ~ | meervoud flaporen)
Zelfstandig naamwoord
  • zeer groot oor
"een konijn met flaporen"

Synoniemen

Hyperoniemen