Betekenis van:
fleemkous

fleemkous
Zelfstandig naamwoord
  • een slijmerd
"Wat een fleemkous is die Jan toch..."
fleemkous
Zelfstandig naamwoord
  • kruiperig iemand; slijmbal; kruiperig iemand; slaafse navolger; slijmbal; iemand die uit eigenbelang overdreven vriendelijk is

Synoniemen

Hyperoniemen