Betekenis van:
flikkeren

flikkeren
Werkwoord
  • afwisselend meer en minder of helemaal geen licht geven of terugkaatsen
"De lampjes blijven flikkeren."
flikkeren
Werkwoord
  • vallen
"Hij is van de trap geflikkerd."
flikkeren
Werkwoord
  • gooien
"Flikker die PC het raam uit."
flikkeren
Werkwoord
  • (iets) door krachtig met de arm te zwaaien vanuit de hand naar iets of iem. anders laten gaan
"iemand in een plas flikkeren"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

flikkeren
Werkwoord
  • geslachtgemeenschap hebben, i.h.b. van homosexuelen
flikkeren
Werkwoord
  • plotseling en onvrijwillig op de grond enz. terechtkomen

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord