Betekenis van:
fluitje
fluitje (het ~ | meervoud fluitjes)
Zelfstandig naamwoord
- signaalinstrument; kort fluitsignaal
"toen het fluitje weerklonk gingen de lopers van start"
Synoniemen
Hyperoniemen
fluitje
Zelfstandig naamwoord
- fluitsein; geluid
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Fluitje