Betekenis van:
flut
flut
Bijvoeglijk naamwoord
- waardeloos, beneden de maat
"Die hele vertoning was toch gewoon flut?"
flut
Bijvoeglijk naamwoord
- afschuwelijk; snert; waardeloos
Synoniemen
Hyperoniemen
flut
Zelfstandig naamwoord
- slappe thee