Betekenis van:
fokken

fokken
Werkwoord
  • dieren houden om ze te laten voortplanten
"Een aantal boeren in deze streek fokt nu ook parelhoenders."
fok (de ~ | meervoud fokken)
Zelfstandig naamwoord
  • hulpmiddel bij het kijken; (informeel) bril
"de fok erbij opzetten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Fokken
  2. Fokken Mesten
  3. Intensief fokken van mestvarkens
  4. Fokken van varkens
  5. Fokken van andere dieren
  6. Fokken van pluimvee
  7. Fokken van melkvee
  8. Fokken Mesten Slacht
  9. Intensief fokken van zeugen
  10. Fokken van schapen en geiten
  11. fokken en houden van dieren;
  12. Fokken: voor fok- en gebruiksdieren.
  13. Fokken Gezelschapsdieren Erkende organisatie Quarantaine
  14. het fokken van struisvogels, emoes en konijnen;
  15. inscharen, fokken, houden of mesten van dieren;