Betekenis van:
forceren

forceren
Werkwoord
  • zich dwingen
"zich forceren tot iets"

Hyperoniemen

forceren
Werkwoord
  • een beslissing afdwingen
"Het team forceerde de overwinning."
forceren
Werkwoord
  • openbreken.
"De dief had de deur geforceerd."
forceren
Werkwoord
  • te veel van zichzelf vergen
" Tijdens de sprint had hij zichzelf geforceerd met een spierletsel als resultaat."
forceren
Werkwoord
  • brekend openen; van banken/kluizen; deuren of sloten openbreken
"de achterdeur forceren"
"een slot forceren"

Synoniemen

Hyperoniemen

forceren
Werkwoord
  • als plicht opleggen
"iemand forceren tot iets"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

forceren
Werkwoord
  • voortijdig tot ontwikkeling of bloei brengen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, worden voor de toepassing van 2B009 beschouwd als vloeidraaibanken.
  2. Voor de toepassing van 2B009 worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, beschouwd als vloeidraaibanken.
  3. Machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, worden voor de toepassing van 2B109 beschouwd als vloeidraaibanken.
  4. De ondereinden van stalen cilinders die door forceren zijn gesloten, met uitzondering van cilinders die overeenkomstig ISO 9809 zijn ontworpen, moeten aan een NDO of gelijkwaardig onderzoek worden onderworpen.