Betekenis van:
frequentie

frequentie (de ~ | meervoud frequenties)
Zelfstandig naamwoord
  • banddeel waarop radiozenders uitzenden; radio
"uitzenden/afstemmen op een bepaalde frequentie"
"radio 3 op frequentie 89.5"

Synoniemen

Hyperoniemen

frequentie (de ~ | meervoud frequenties)
Zelfstandig naamwoord
  • aantal malen dat een verschijnsel zich voordoet in een beperkte periode
"de absolute frequentie"
"de frequentie van zijn ademhaling"

Hyperoniemen

frequentie (de ~ | meervoud frequenties)
Zelfstandig naamwoord
  • aantal perioden per seconde van een wisselstroom
"tonen met een lage frequentie"
"licht van verschillende frequenties"

Hyperoniemen

frequentie
Zelfstandig naamwoord
  • aantal keren of herhalingen per tijdseenheid
"Die tram rijdt met een frequentie van twee keer per uur."
frequentie
Zelfstandig naamwoord
  • het aantal perioden per seconde
"In de elektrotechniek wordt de frequentie uitgedrukt in de SI-eenheid hertz (symbool Hz)."
frequentie
Zelfstandig naamwoord
  • het aantal malen dat een bepaalde observatie gedaan is

Voorbeeldzinnen

  1. FREQUENTIE
  2. Frequentie
  3. Frequentie
  4. Frequentie
  5. Frequentie
  6. Frequentie
  7. Frequentie
  8. de frequentie,
  9. frequentie; en
  10. Geobserveerde frequentie:
  11. opgedragen frequentie.
  12. Centrale frequentie
  13. Frequentie kwartaal
  14. Frequentie: jaarlijks
  15. Frequentie Jaarlijks