Betekenis van:
frezen

frezen
Werkwoord
  • een verspanende bewerking uitvoeren met behulp van een roterend gereedschap, de frees
"Zowel metalen als harde kunststofen kunnen gefreesd worden."
frezen
Werkwoord
  • met een frees hout bewerken

Hyperoniemen

frees (de ~ | meervoud frezen)
Zelfstandig naamwoord
  • werktuig om uit te hollen
"met behulp van frezen wordt het wegdek afgeslepen"
"het is de kunst met de frees precies in de naad te blijven"

Hyperoniemen

frees (de ~ | meervoud frezen)
Zelfstandig naamwoord
  • landbouwwerktuig
"na het ploegen hanteert de bietenboer de frees"

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. NC frezen
  2. gereedschap voor het frezen
  3. gereedschappen of frezen;
  4. gereedschappen of frezen;
  5. voor het frezen van gereedschappen
  6. Gereedschap voor het frezen, niet voor metaalbewerking
  7. Gereedschapswerktuigen voor het frezen van metaal
  8. Ander gereedschap voor het frezen (metalen), werkzaam deel andere stoffen
  9. Gereedschap voor het frezen (metalen), werkzaam deel andere stoffen
  10. Machines voor het frezen, steken, ..., van tandwielen, met numerieke besturing
  11. machines voor het frezen, steken, schaven en slijpen van tandwielen
  12. Gereedschap voor het frezen (metalen), werkzaam deel gesinterd metaalcarbide
  13. Gereedschapswerktuigen voor het boren of frezen van metaal
  14. Machines voor het frezen, steken, ..., van tandwielen, excl. numerieke besturing
  15. Machines voor het frezen van gereedschappen, met numerieke besturing